De grens waarop je breekt, is vaak het begin van echt leiderschap.
Misschien herken je dit.
Je bent degene die het wel even oplost. Voor klanten, collega’s, thuis.
Je schouders zijn breed, je verantwoordelijkheidsgevoel groot.
Tot er een moment komt waarop je hoofd vol is, je lijf niet meer meewerkt en er ergens een stille gedachte opkomt:
“Als dit het is… dan weet ik niet of ik dit nog wíl.”
Zo’n moment had ik ook. Lang voordat ik fulltime coach en investeerder werd, toen ik nog als vastgoedadvocaat werkte.
Toen alles tegelijk op mijn bord lag
Ik werkte destijds in een maatschap met een compagnon. Het was druk. Veel dossiers, hoge verwachtingen, lange dagen.
Druk waarvan ik vond dat die “erbij hoorde”.
Tot mijn compagnon door privé-omstandigheden uitviel.
En wat deed ik? Ik deed wat veel sterke mensen doen: ik trok alles naar me toe.
Ik nam haar zaken over.
Ik ving cliënten op.
Ik zorgde dat alles doorliep.
Niet alleen omdat het nodig was, ook omdat ik ergens vond dat ik het moest kunnen.
Ik vertelde mezelf: “Dit is wat je doet als je professioneel en loyaal bent. Dit hoor je gewoon te dragen.”
Wat ik toen dacht: ik moet dit gewoon kunnen
Van buitenaf was het verhaal simpel: het is druk en ik red het.
Van binnen was het verhaal anders:
- “Ik mag niet omvallen, dan laat ik anderen in de steek.”
- “Ik moet dit gewoon kunnen, ik heb hier zelf voor gekozen.”
- “Anderen hebben het zwaarder, dus ik moet niet zeuren.”
Elke keer dat ik moe was, trok ik de lijn nog iets strakker.
Elke keer dat mijn hoofd riep “pauze”, riep een andere stem: “Nog even. Daarna.”
Ik zag mijn eigen grens niet meer als signaal.
Ik zag haar als tekortkoming.
Hoe mijn lichaam al lang eerder aan de bel trok
Mijn lijf vertelde al veel eerder het echte verhaal.
Ik was continu moe.
Mijn slaap werd onrustig.
Mijn armen – waarin ik een fysieke beperking heb – voelden zwaar en pijnlijk. Niet heel handig als je de hele dag achter een computer zit.
Er waren momenten dat ik letterlijk dacht: “Mijn armen kunnen niet meer.”
En toch ging ik door.
Ik schoof klachten voor me uit, want er waren cliënten die wachtten, mails die beantwoord moesten worden, deadlines die gehaald moesten worden.
Achteraf gezien was mijn lichaam glashelder.
Alleen ik luisterde niet.
Het omslagmoment: toen ik moest toegeven dat ik het niet meer overzag
Er kwam een dag waarop ik naar mijn agenda keek en dacht:
“Ik weet echt niet meer waar ik moet beginnen.”
Niet een beetje druk. Of zoals ik al maanden zei: “Het is even onplanbaar druk.”
Echt: totaal geen overzicht meer.
Ik merkte dat ik dezelfde mail drie keer las.
Dat ik met een dossier in mijn handen stond en niet meer wist wat de volgende stap was.
Dat was het moment waarop ik niet langer kon doen alsof.
Ik moest toegeven: ik red dit niet meer op wilskracht alleen.
Met lood in mijn schoenen vroeg ik om hulp.
Mijn coach en vervolgens een jurist waarmee ik altijd fijn samenwerkte. Omdat zij voelde dat het echt mis was en daardoor doorvroeg. En dus gingen we samen zitten. We namen tijd – tijd waarvan ik tot dan toe steeds zei die niet te hebben.
En juist in die pauze ontstond er overzicht. Er kwam een plan. Taken werden herverdeeld. Prioriteiten werden opnieuw bepaald.
En er kwam een pijnlijke en tegelijk bevrijdende realisatie: ik was niet minder sterk omdat ik hulp vroeg. ik was jarenlang te streng geweest voor mezelf.
Mijn les: sterk zijn is ook kunnen zeggen “hier houdt het op”
Terugkijkend zie ik dit punt als een keerpunt. Tot dat moment definieerde ik “sterk zijn” als:
- doorduwen
- alles dragen
- niet klagen
- en vooral niets vragen.
Nu zie ik sterkte anders. Sterk zijn is óók:
- kunnen zeggen: “hier houdt het voor mij op”
- durven voelen: “dit is te veel, ik heb steun nodig”
- kiezen: “ik zet mezelf niet langer als laatste op de lijst”
“Je hoeft niet eerst te breken om te mogen begrenzen. Je mag ook kiezen voor jezelf voordat het misgaat.”
Dat moment als advocaat heeft later een groot deel van mijn keuzes bepaald.
Het was één van de redenen waarom ik mijn leven en werk anders ben gaan inrichten. Met meer ruimte. Meer rust. Meer regie. Niet omdat ik minder ambitie heb, juist omdat ik die ambitie duurzaam wil kunnen dragen.
Concrete tip – onderzoek waar jij jezelf nog voorbijloopt
Neem deze week tien minuten voor jezelf. Zonder telefoon, zonder mails, zonder afleiding.
Schrijf de antwoorden op deze vragen:
- Waar in mijn leven of werk draai ik nu vooral op wilskracht in plaats van op draagkracht?
- Op welk vlak zeg ik steeds tegen mezelf: “Ik moet dit gewoon kunnen”?
- Wat zou ik doen of vragen als ik mezelf dezelfde zorg gunde als die ik aan anderen geef?
Kies daarna één kleine actie:
- een taak uitstellen of delegeren
- één duidelijke grens uitspreken
- eerlijk zijn tegen iemand over hoe het echt met je gaat
En als je die stap zet, erken dan bewust: “Hier kies ik voor mezelf.”
Dat is geen zwakte. Dat is leiderschap.
Herken jij jezelf hierin?
Misschien sta jij ook op zo’n punt.
Je functioneert. Je presteert. Anderen leunen op jou.
En ergens voel je: dit is te veel. Niet morgen. Nu.
Je hoeft daar niet eerst volledig op stuk te lopen om ernaar te luisteren.
In mijn coaching werk ik met mensen die veel dragen en nu voelen: dit kan anders. Dit moet anders als ik wil groeien zónder mezelf uit te putten.
Sta jij ook op een punt waarop je voelt: zo kan het niet langer?
In een vrijblijvende intake kijken we samen:
- wat jij nu nog probeert alleen te dragen
- welke verhalen jou tegenhouden om hulp of ruimte te vragen
- welke concrete stappen er nodig zijn om weer lucht, rust en gezonde groei te creëren
Je kunt je intake plannen via mijn Linktree. Zodat je niet stopt met jezelf, alleen met de manier waarop je jezelf overbelast.
